Bij wijze van voorbeeld van hoe infrastructuur opgezet kan worden, hebben we belangrijke delen overgenomen uit het ICT-plan over de periode 2005-2008 voor de scholen in Nittedal (Noorwegen). We hebben enkele aanpassingen gemaakt om het wat algemener te maken en makkelijker over te nemen door anderen.
Achtergrond van het plan
Wat verwacht wordt van de ICT-hulpmiddelen en -diensten
Benodigde vaardigheden
Investeringen
Doelstellingen
Studenten en leerkrachten
Toestand en objectieven
Kosten
Andere opties inzake inkoop
Software, leerplatformen en diensten
Software en leerplatformen
Onlinediensten
Gebruik van hulpbronnen
Centrale diensten en taakverdeling
Werkings- en ondersteuningskosten
Aanbeveling
Bijlage
In zijn "programma voor digitale competentie 2004-2008" stelt het ministerie van onderwijs en onderzoek doelstellingen voorop inzake het gebruik van digitale technologie in de Noorse scholen. "Tegen 2008 willen we beschikken over een infrastructuur, een organisatie en een cultuur die ons schoolsysteem maakt tot een van de wereldleiders op het gebied van het ontwikkelen en het gebruiken voor pedagogische doeleinden van ICT in onderwijs en leerprocessen."
In staat zijn om gebruik te maken van digitale hulpmiddelen wordt als een basisvaardigheid vooropgesteld voor elk van de 13 leerjaren. Het ontwikkelen van de basisvaardigheden bij de leerlingen moet in alle vakken prioriteit krijgen. De nieuwe leerplannen zullen verwachten dat leerlingen bij het leren in toenemende mate gebruik maken van digitale hulpmiddelen. De leerlingen zullen in staat moeten zijn om dezelfde technologie die ze gebruiken bij het leren, ook te gebruiken op de werkvloer, hetgeen als basis geldt voor de eindbeoordeling. Wanneer toetsen afgenomen worden met gebruikmaking van digitale hulpmiddelen, creëert dit een grotere band tussen het leerproces en het eindbeoordelingsmoment.
Een nationale studie in Noorwegen (Skolenes digitale tilstand 2003, ITU, Feb. 2004) toonde aan dat computers slechts zelden gebruikt werden in de lessen in het basisonderwijs en dat leerlingen nauwelijks gebruik maakten van computers in de school.
Dit plan bouwt voort op het "competentieplan 2005-2008 voor de scholen van Nittedal" en implementeert de doelstellingen uit dit competentieplan op het vlak van digitale geletterdheid in de scholen van Nittedal. Daarenboven is dit een plan inzake investeringen en middelenvereisten in verband met de werking van ons Linux-netwerk.
We onderscheiden verschillende doelstellingen voor verschillende groepen op school en met betrekking tot de verschillende aspecten van de ICT-leerplanvereisten. In het kort zijn onze doelstellingen:
Het realiseren van een verhoogd gebruik van ICT door zowel leerlingen als leerkrachten via een verhoogde fysieke toegankelijkheid van de ICT-uitrusting.
Een focus op de hulpmiddelen en dus een klemtoon op het gebruik van ICT-hulpmiddelen in de lessen op school.
Voor alle domeinen voorzien in een volledige toegang tot pedagogische software: van componeren van muziek over internetgebruik tot het leren schrijven van simulaties en spellen.
Een zuinig beleid voeren en de financiële middelen waarover we beschikken op de best mogelijke manier aanwenden.
Via deze hoofddoelstellingen willen we het volgende bereiken:
Leerkrachten krijgen op het werk goede hulpmiddelen teer beschikking om te werken en te communiceren.
Leerlingen krijgen de mogelijkheid om zelf ICT-gebruikers te worden en ICT te gebruiken als een natuurlijk hulpmiddel in het alledaagse schoolleven.
De school zal materieel in staat zijn te voldoen aan de verschillende aspecten uit het curriculum die te maken hebben met ICT.
Werkings- en onderhoudskosten zijn niet groter dan wat de schoolbegroting toelaat.
Voor het opbouwen en het onderhoud van de infrastructuur is samenwerking tussen veel verschillende beroepskrachten nodig. Bij wijze van voorbeeld laten we zien in welke aspecten op het gebied van de uitrusting u over expertise moet beschikken. Het zijn uitrustingsaspecten die behoren tot de infrastructuur van een gewone school.
De netwerkinfrastructuur voor een lokaal netwerk (LAN) en een extern netwerk (WAN). Meestal is het gemakkelijk om aan switches en andere netwerkuitrusting te geraken. Dit is uit voorraad leverbare uitrusting. Maar ze moet geïnstalleerd worden volgens de geplande architectuur die ontworpen is met het oog op een centraal beheer. Dit is een taak voor professionelen. De dienst gebouwen van de gemeente moet zijn goedkeuring geven aan de aan te brengen veranderingen.
Stroomvoorziening (230V/110V) voor de voeding van client-computers, servers en netwerkuitrusting. Veel scholen hebben onvoldoende stopcontacten voor alle computers die in de klaslokalen, de computerlaboratoria en de bibliotheek moeten komen. Het is een taak voor een beroepskracht om een plan op te maken voor een elektriciteitsnet met voldoende stopcontacten en met inachtneming van de geldende voorschriften. De dienst gebouwen van de gemeente moet zijn goedkeuring geven aan de aan te brengen veranderingen.
Een architectuur gebaseerd op een client-servermodel ondersteunt een grotere variëteit van netwerkdiensten en eindgebruikerstoepassingen. De juiste uitrusting aanschaffen is een aanzienlijke opdracht. Het omhelst het vinden van uitrusting met de gepaste capaciteit, van goede kwaliteit, met fatsoenlijke garantievoorwaarden en aan een lage prijs.
Het installeren van de apparatuur en van de systemen voor het opvolgen van de hardware. Om te garanderen dat alle apparatuur functioneert, wordt ze gewoonlijk gekoppeld aan externe monitoringsystemen. Op die manier kunt u een overzicht behouden over de gezondheidstoestand van de uitrusting vanuit een centraal operationeel centrum.
Het uittekenen van een geschikte omgeving of ruimte voor het plaatsen van uitrusting die koeling nodig heeft. Computers en netwerkelektronica geven een aanzienlijke hoeveelheid warmte af. Pas recent zijn fabrikanten van uitrusting het steeds toenemende stroomverbruik beginnen aanpakken. Daarom moet men er soms voor zorgen dat de overtollige hitte afgevoerd wordt. Dergelijke koelsystemen moeten door een professional geïnstalleerd worden.
Kennis van de prestatie-eisen die door software gesteld worden. Een programma voor het bewerken van video's moet uitgevoerd worden op een werkstation met een >1.5 Ghz processor en met een omvangrijk geheugen. Andere programma's kunnen gemakkelijk op een thin-client gebruikt worden. Men moet beschikken over een redelijk goede kennis over wat van verschillende types client-machines verwacht kan worden om de juiste mix op het gebied van uitrusting te kunnen kiezen. Dit vraagt inzicht in hoe men computers zal gaan gebruiken in de verschillende vakken en in de verschillende schoollokalen.
Plaatsing en installatie van bijkomende uitrusting, zoals printers, videoprojectors, digitale borden en dergelijke. Het installeren van dit soort toebehoren kan snel aanzienlijk wat tijd in beslag nemen. Bijvoorbeeld moeten videoprojectors vastgeschroefd worden aan het plafond en moet men ze voorzien van schermkabels en elektriciteit. Printers moeten een netwerkconnectie hebben en moeten ingeschakeld worden in het netwerk. Voor dit soort installatie heeft men meestal een professional nodig die de plaatsing en de installatie uitvoert.
Behalve de verschillende professionals die nodig zijn om de infrastructuur uit te bouwen, zult u ook nog de volgende functies nodig hebben:
Eindverantwoordelijke voor de implementatie - is verantwoordelijk voor het implementatieproces en voor een goed en efficiënt verloop ervan. Dit kan de stuurgroep zijn.
Projectbeheerder van de uitrol - is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een passende planning voor het uitrollen van het ICT-systeem en voor de dagelijkse leiding over de uitrol.
Coördinator van de implementatie - verantwoordelijk voor het coördineren van de implementatieactiviteiten. De coördinator zal ervoor zorgen dat het project beantwoordt aan de doelstellingen en de opleveringsvereisten die aan de oplossing gesteld worden en zal instaan voor een goed geordende overdracht. Dit kan een assistent van de projectleider zijn.
Implementatieanalist - is ervoor verantwoordelijk om voor een aangepaste omgeving te zorgen op de locaties waar de uitrusting geplaatst zal worden. Zal verifiëren dat de uitrusting en de gebouwen beantwoorden aan wat afgesproken werd inzake standaarden, testen en implementatie. Dit kan een assistent van de projectleider zijn, met de verantwoordelijkheid om te rapporteren aan de stuurgroep over de punten waarop van de planning afgeweken wordt.
Medewerkers van het implementatieteam - verantwoordelijk voor de ICT-oplossing en de werkomgeving met een ondersteunende rol bij de oplevering en de testprocessen. Dit zijn medewerkers die bij een of meer deelprojecten betrokken zijn.
Vanuit organisatorisch oogpunt zal het er als volgt uitzien
Organisatorisch aspect |
Taken |
Referentiegroep |
zal de gebruikers van het systeem vertegenwoordigen. Zij zullen adviseren over maatregelen voor het bevorderen van een goede ICT-oplossing voor dagelijks gebruik op school. |
Stuurgroep |
wiens missie erin bestaat ervoor te zorgen dat het project voldoende middelen heeft en dat het projectbeheer erin slaagt de implementatie volgens plan uit te voeren. De groep zal bestaan uit ervaren professionals die goed vertrouwd zijn met projectimplementatie, systeemoplossingen en het gebruik van ICT-hulpmiddelen op school. |
Het project |
heeft als taak de oplossing te bouwen. Het project bestaat meestal uit vele deelprojecten die elk hun bijdrage leveren tot de oplossing. |
Om aan het nieuwe curriculum te beantwoorden, moeten scholen voldoende computers hebben die ter beschikking staan van de leerlingen en de medewerkers. Dit investeringsplan bevat de effectieve kosten voor het uitbreiden van het computerbestand op school om te beantwoorden aan de nationale doelstellingen. Deze doelstellingen gaan uit van minstens één client-computer of PC per vier leerlingen. Wellicht zullen de eisen op het gebied van uitrusting over enkele jaren verhogen, waardoor we dat optrekken tot één PC-werkstation per drie leerlingen. Alle leerkrachten zouden bij hun dagelijkse activiteiten op school toegang moeten hebben tot een computer.
Momenteel bestaat het schoolnetwerk uit servers en thin-clients in de scholen en een gemeenschappelijke back-upserver in de gemeente. Aangezien we in ons netwerk gebruik kunnen maken van gebruikte computers als client-machines, zijn de gebruikerscomputers niet de allerduurste (we kopen tweedehandsuitrusting en krijgen door de industrie geschonken uitrusting). De grootste kosten gaan naar de nood aan meer stopcontacten in de klaslokalen en wellicht naar een verhoogde elektriciteitsfactuur voor de scholen.
Het toenemend aantal gelijktijdige gebruikers zal ook een toename tot gevolg hebben van de ondersteunings- en werkingskosten. Er zullen ook tafels en stoelen nodig zijn voor de nieuwe PC-werkplaatsen. Daarenboven kregen alle scholen een breedbandconnectie aan een vaste prijs. Later zullen we toelichten wat de totale kost is voor een verdubbeling in hoeveelheid van de uitrusting.
Toestand inzake pc-beschikbaarheid op 01.06.2005:
8,9 leerlingen per computer in de basisscholen
4,4 leerlingen per computer in de middelbare scholen.
Doelstellingen voor de leerlingen: |
Elke leerlingengroep (de vroegere klassen) moet tot minstens vijf computers toegang hebben. Bovendien moet de school een computerklas hebben met minstens 15 PC's. Daarenboven moet de school bijzondere uitrusting hebben voor het bewerken van video's, voor de leerlingen met een beperking en voor de lessen lezen en schrijven. |
Doelstellingen voor de leerkrachten: |
Alle leerkrachten moeten bij hun dagelijks werk op school toegang hebben tot een computer. |
Totaal aantal machines:
Toestand op 01.06.05 |
Behoeften 2008 | |||||
Servertoestand |
Clients |
Laptops |
Bestandsservers + thin-clientserver: |
Clients |
Laptops | |
School Holumskogen |
1 |
25 |
5 |
2 |
68 |
15 |
School Ulverud |
1 |
35 |
5 |
2 |
111 |
15 |
School Slattum |
1 |
44 |
8 |
2 |
87 |
15 |
School Rotnes |
1 |
35 |
5 |
2 |
80 |
15 |
School Sørli |
1 |
31 |
5 |
2 |
60 |
15 |
School Kirkeby |
1 |
31 |
5 |
2 |
94 |
15 |
School Hagen |
1 |
7 |
5 |
1 |
46 |
15 |
School Li |
2 |
70 |
5 |
2 |
130 |
30 |
School Nittedal |
1 |
55 |
20 |
2 |
110 |
30 |
School Hakadal |
1 |
45 |
5 |
2 |
52 |
30 |
Totaal |
11 |
378 |
68 |
29 |
838 |
195 |
We hebben een combinatie op het oog van thin-clients, schijfloze clients en laptops. Scholen moeten over een infrastructuur kunnen beschikken die het toelaat om in elk klaslokaal thin-clients te installeren. Daarmee kunnen leerlingen schrijven, rekenen, het internet gebruiken en presentaties maken. Daarenboven moeten de scholen de mogelijkheid hebben om laptops ter beschikking te stellen van de verschillende groepen. Op die manier zullen in sommige concrete situaties zo goed als alle leerlingen over een PC kunnen beschikken. De laptops zijn via draadloze netwerken verbonden met servers. Op die manier wordt lesgeven flexibeler.
We bevelen een investering aan met het oog op minstens één client-computer per drie leerlingen, een norm die de overheid als doel vooropstelde op het vlak van ICT-hulpmiddelen op school. Om dit te bereiken moeten we het aantal client-machines bijna verdubbelen.
Om ons doel te bereiken, moeten we het machinepark uitbreiden van 506 naar 1033 machines. Dit is een toename van net geen 600 machines. (thin-clients, schijfloze clients en notebooks).
We hielden rekening met de volgende prijzen, die aan schommelingen onderhevig kunnen zijn:
Thin Client: 70 euro per stuk
Server: ongeveer 5000 euro per stuk
Schermen: 50 euro per stuk
Draagbare computers: 800 euro per stuk
Stopcontact 75 euro per stuk
tafel/stoel: 70, -
Meer middelen hier betekent ook meer uren voor de ICT-contactpersonen in de scholen. Hier houden we rekening met een uurtarief per leerkracht van 27 euro per uur, of 46.710 euro per jaar. We houden ook rekening met enigszins verhoogde middelen voor de algemene werking van de gemeente. We rekenen op iets minder dan een voltijdse nieuwe werkkracht in de algemene administratie per 1.000 client-machines. Daarbovenop komt nog een ICT-contactpersoon op elke school, training en een ICT-coördinator.
Licentiekosten. Momenteel kunnen we Linux installeren op laptops met behulp van het bestaande netwerk van de school. Zo vermijden we de huur van Microsoft-producten. zoals Windows en Office. De schooltarieven voor de huur van Microsoft-programma's liggen even hoog als de kostprijs van alle computers voor een periode van 5-6 jaar.
Breedbandcontract. Alle scholen hebben een breedbandverbinding. De kostprijs varieert naargelang het contract van elke school.
Recente tweedehandsuitrusting is krachtiger dan de machines die beschikbaar waren 3-4 jaar geleden. Indien de gebruikersmachines konden beschikken over 256 MB geheugen en een 800 MHz processor, dan zouden deze geschikt zijn om als schijfloze clients te fungeren. Dit vereenvoudigt de ondersteuning voor het gebruik van de CD/DVD-speler, audio, USB-stick en dergelijke.
2006 |
2007 |
2008 |
Totaal | |
thin-clients en schijfloze werkstations |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
32.200 |
Servers |
50.000 |
50.000 |
100.000 | |
Monitors |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
23.000 |
Laptops |
34.000 |
34.000 |
34.000 |
102.000 |
Overige: switches, kabels |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
45.000 |
Stopcontacten/kabels |
29.000 |
29.000 |
29.000 |
87.000 |
Tafels/stoelen |
19.000 |
19.000 |
19.000 |
57.000 |
Meer verbruik en verhoogde werkingskosten |
70.000 | |||
Licentiekosten voor draagbare machines |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
12.000 |
Breedbandcontracten |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
30.000 |
Totaal |
558.200 |
Politici, ouders en leerkrachten hebben een groeiende belangstelling in een overgang naar laptops op de middelbare scholen. Laptops en een draadloos netwerk zouden scholen een totaal andere flexibiliteit bieden voor het inrichten van het klaslokaal en het verstrekken van onderricht.
Het probleem met een unieke focus op laptops is:
Naast de computers moeten we ook licenties kopen bij Microsoft.
De computers hebben ongeveer een levensduur van 3 jaar. Dus haalt de gemeente zich een jaarlijkse uitgave op de hals om klassen in de middelbare scholen van nieuw materiaal te voorzien.
Verhoogde verzekeringskosten
Een grotere behoefte aan stopcontacten om alle laptops van elektriciteit te voorzien.
Toegenomen behoefte aan tussenkomst van de ICT-contactpersonen van de scholen
Een verdubbeling van de centrale werkingskosten door het voorbereiden van de schijfimages, enz. voor de laptops en voor het onderhoud van de op 266 bijkomende laptops geïnstalleerde software.
Deze optie heeft een totaal prijskaartje van ruw geschat 1.200.000 euro. (Dit houdt geen rekening met een eventuele toename van de verzekeringskosten.)
Elke leerkracht moet op de school toegang hebben tot een client-computer.
Toestand: Momenteel hebben scholen ongeveer 65 PC's, gezamenlijk te gebruiken door ongeveer 266 werknemers. Dit geeft een verhouding van 1 PC per 4 leerkrachten.
We willen de leerkrachten in Nittedal erkenning geven. Het nieuwe curriculum stelt hoge eisen aan de ICT-vaardigheden van leerkrachten. De garantie dat alle leerkrachten in Nittedal toegang hebben tot een computer, zal een noodzaak zijn. Een hedendaagse leerkracht plant en geeft zijn lessen op basis en aan de hand van gegevensinformatie. Hij houdt verantwoordingsstukken bij en rapporteert, schrijft wekelijks een planning uit, maakt werkplanningen en jaarplanningen en werkt individuele leerprogramma's uit voor kinderen met een beperking. Meer en meer leerkrachten gebruiken e-mail als communicatiemiddel, zowel thuis als op school.
Scholen hebben al inspanningen gedaan om computers aan te kopen voor hun medewerkers. Als gevolg daarvan varieert het aantal computers van school tot school. We streven ernaar om elke leerkracht toegang te geven tot een computer op het werk.
Hier schetsen we twee mogelijkheden om te voorzien in een PC voor elke leerkracht in de gemeente Nittedal.
Optie 1: Thin-clients in combinatie met draagbare computers. Hiermee zal elke leerkracht toegang hebben tot een thin-clientcomputer en zal een laptop moeten gedeeld worden door 3,3 leerkrachten.
kostprijs |
Totale kostprijs | ||
Mogelijkheid 1 |
Thin-clients |
14.000 | |
Monitors |
10.000 | ||
Laptops |
64.000 | ||
Overige: switches, kabels |
8.000 | ||
Tafels, stoelen |
14.000 | ||
Stopcontacten/kabels |
40.000 | ||
Licentiekosten |
4.000 | ||
Totaal |
154.000 | ||
Extra voor flatscreens |
20.000 | ||
Totaal met LCD |
174.000 |
Het voordeel van thin-clients voor leerkrachten is de lage kostprijs om ze aan te schaffen. We mogen ook een langere levensduur verwachten bij thin-clients vergeleken met laptops.
Maar hergebruikte uitrusting is vaak zonder flatscreen. De behuizing van client-machines kan groot zijn, wat tot ruimtegebrek kan leiden in de werkruimte van de leerkrachten. Als er voor alle leerkrachten in een flatscreen voorzien moet worden, moet men de kostprijs verdrievoudigen, namelijk van 50 euro naar 150 euro. De totale kostprijs zou toenemen met 20.000 euro. De globale kostprijs van de uitrusting voor de leerkrachten bedraagt 174.000 euro.
Optie 2: Een draagbare computer voor elke leerkracht
kostprijs |
Totale kostprijs | ||
Alternatief 2 |
Laptops |
212.800 | |
Draadloze switches |
8.000 | ||
Stekker |
7.500 | ||
Licentiekosten |
11.700 | ||
240.000 |
Een mogelijk probleem dat we zien is de eigenlijke locatie voor de thin-clients. Vaak hebben leerkrachten kleine werkbureaus in grote gemeenschappelijke ruimtes. Een thin-client voor elke leerkracht met oude CRT-monitoren zou in alle scholen voor een ruimteprobleem zorgen. Met moderne flatscreens wordt dit probleem in grote mate beperkt gehouden.
Het voordeel van draagbare computers is dat ze weinig ruimte vragen. Leerkrachten kunnen hun werk makkelijk mee naar huis nemen. Het nadeel is de levensduur van een draagbare computer, die slechts ongeveer de helft is van die van vaste uitrusting. Het is redelijk om aan te nemen dat draagbare computers tweemaal zo duur zijn op het gebied van onderhoud dan desktop PC's en drie tot vier maal zo duur als thin-clients of schijfloze clients wat functioneringskosten betreft.
In de periode 2005 tot 2008 stelden we de volgende aanbeveling op voor de IT-infrastructuur in de scholen.
Aantal |
Product |
Kostprijs |
600 |
Thin-clients en schijfloze werkstations met inbegrip van alle infrastructuur |
558.200 |
200 |
Thin-clients of schijfloze werkstations met flatscreen en alle infrastructuur |
174.000 |
800 client-computers in totaal |
Totaal |
732.200 |
Waar software draait, hangt af van de infrastructuur en de capaciteit van het netwerk. Het is goed om alle installaties op de scholen te bedienen vanaf een centrale locatie, bijvoorbeeld vanuit de ICT-diensten van de gemeente of vanuit een centraal gelegen operationeel centrum.
Men moet rekening houden met het feit dat de netwerkcapaciteit voor scholen grenzen kan stellen aan de hoeveelheid gegevens die scholen tegelijkertijd kunnen downloaden. Men moet zich ook de vraag stellen waar men de servers best installeert om de volledige functionaliteit van de uitrusting te kunnen benutten. Er is een groot verschil tussen één leerkracht die een film downloadt van bijvoorbeeld de nationale TV-omroep en ongeveer 30 leerlingen die tegelijkertijd hetzelfde doen. Indien de school beschikt over een breedbandverbinding met een capaciteit van 1,5 Mbit/s is het onmogelijk voor 30 gebruikers om gelijktijdig de film rechtstreeks te downloaden van de nationale TV-omroep. Dan moet je op de school een cachende proxyserver hebben staan.
UNINETT ABC maakte een document met aanbevelingen <<Voetnoot(Aanbevelingen van UNINETT ABC: http://www.uninettabc.no/?p=veiledning&sub=annet )>> in verband met het centraliseren van ICT-activiteiten. Het geeft advies over de plaatsing van servers en welke operationele taken gecentraliseerd kunnen worden op basis van de beschikbare bandbreedte voor de school.
Algemene maatregelen om de werking van clients en servers te verbeteren |
Thin- of schijfloze clients tegenover lokale serversUitschakelen van thick clientsLokale servermachines |
Externe bedieningCentralisatie van bepaalde functiesLokale servermachines |
Regionale/nationale servermachinesCentralisatie van alle operaties |
Capaciteit van het netwerk van de scholen |
Geringe bandbreedte (ISDN) |
Middelmatige bandbreedte (ADSL en dergelijke) |
Hoge bandbreedte (glasvezel en dergelijke) |
Het nieuwe curriculum (L2006) belicht het gebruik van digitale hulpmiddelen als een van de "basisvaardigheden". We willen dat het gebruik van ICT ruimer gaat dan enkel in functie van het lesgeven en stellen in toenemende mate onderwijskundige en administratieve hulpmiddelen ter beschikking ter ondersteuning van de leeractiviteit en van nieuwe leervormen via het verlenen van een gemakkelijke toegang tot kennis. Ervaring laten opdoen met digitale leerplatformen is een van de objectieven van het competentieplan. De doelstelling voor 2006 was om dit uit te proberen in een of meer scholen.
Onderzoek leert dat in de school slechts in beperkte mate gebruik gemaakt wordt van de computeruitrusting bij het lesgeven. Het computergebruik is gestagneerd en voor sommige vakken zelfs achteruitgegaan (ITU Monitor 2005). Het gebruik van ICT in de scholen is vaak individueel en leerlingen leren zich er als consumenten te gedragen. De gebruikte onderwijsmethodes op school belemmeren het delen van kennis. Weinig leerkrachten maken dagelijks gebruik van ICT. Internet en tekstgerelateerde diensten maken op school de belangrijkste vormen van computergebruik uit.
Eenvoudig gesteld, focussen leerkrachten te veel op het gebruik van hulpmiddelen voor administratieve kantoorwerkzaamheden, zoals Microsoft Office of OpenOffice.org. Waarop zij zouden moeten focussen is het werken met simulaties, beeldbewerking, audio- en videocommunicatie op het internet en spellen.
Het thuisgebruik is vaak heel anders. Thuis zijn leerlingen producenten en gebruiken ze ICT hoofdzakelijk collectief en voor communicatie. Zij monteren foto's en sturen die naar elkaar door, wisselen inhoud uit, maken gebruik van de basisfuncties op het gebied van opnemen, bewerken en delen van films, hetgeen met de huidige computers en met een breedbandverbinding mogelijk is. Kinderen en jongeren spelen thuis ook meer videospelletjes dan op school (ITU Monitor 2005).
Onderzoekers stellen dat videospelletjes een van de belangrijkste vrijetijdsactiviteiten zijn van kinderen en jongeren. Eén kind op vier speelt dagelijks (Jeugdagentschap 2006). Videospelletjes zijn een sociale activiteit. In het kielzog van de spelletjes ontstaan zowel virtuele als fysieke gemeenschappen, en dat kan gaan van samen spelen op consoles tot het deelnemen aan bijeenkomsten waar jongeren kunnen gaan spelen.
Een belangrijke taak is ervoor te zorgen dat de school evolueert en haar globale visie op onderricht moderniseert en dit in het algemene gedeelte van het curriculum inbouwt. Leerlingen moeten de kans krijgen op digitaal vlak een kritische zin te ontwikkelen en via de toepassing van leermethodes moet stapsgewijs aan hun digitale opvoeding gewerkt worden, zoals gesteld wordt door het Nationaal Onderzoeks- en Ondersteuningscentrum voor ICT in het onderwijs.
Het vraagt van de leerkracht een aanzienlijke inspanning om meer te werken met de uitrusting. Zij dienen permanent bijgeschoold te worden in nieuwe vormen van leren om de nieuwe ICT-hulpmiddelen voor het onderwijs te kunnen gebruiken. Men moet meer de klemtoon leggen op het feitelijke gebruik door de jeugd van media en communicatievormen. Het volstaat niet om een leerplatform en e-mail ter beschikking te stellen. De hulpmiddelen moeten de nieuwe manieren van omgaan met media, volledig ondersteunen.
Om dit te bereiken moet de uitrusting aangepast zijn aan de software en de online-diensten die door leerlingen en leerkrachten gebruikt worden bij hun schoolse werkzaamheden. Er valt wat voor te zeggen dat een browser het belangrijkste instrument is dat leerlingen gebruiken bij het leren. Velen zullen ook verbaasd zijn dat kantoorprogramma's, zoals Microsoft Office of OpenOffice.org irrelevant zijn voor de lagere afdelingen. Daarin horen eenvoudige programma's thuis die het schrijven oefenen, of waarmee men kan tekenen, communiceren, en simulaties en muziek kan maken. Wat bij de keuze van de software dus belangrijk is, is een goede toegang tot het internet en het ondersteunen van actief leren met behulp van ICT-hulpmiddelen die relevant zijn voor de vakken op school.
Met schijfloze clients heeft u volledige ondersteuning voor multimedia, film, USB-sticks, enzovoort. Het voordeel van thin-clients is, dat dit het hergebruik van computers toelaat, zelfs daterend uit 1995. Op dat ogenblik beschikten de computers nog niet over ondersteuning voor videobewerking. De USB-standaard stond ook nog niet volledig op punt. Computers uit 2000 en later hebben meestal veel meer mogelijkheden. Zulke computers kunnen makkelijk videoclips van de nationale omroep en DVD's afspelen en men kan er spellen op spelen.
Het voordeel van schijfloze clients is dat ze dezelfde prestaties kunnen leveren als de zogenaamde thick-clients of computers waarop de meeste software lokaal geïnstalleerd is. Tegelijk krijgt men dezelfde lage werkingskosten met schijfloze clients als met thin-clients. Dit heeft te maken met het feit dat alle software wordt beheerd op de centrale servercomputer.
Momenteel bevat Skolelinux meer dan 50 programma's die van belang zijn voor scholen. Bovendien bevat het een browser, een e-mailprogramma en OpenOffice.org met 8 verschillende kantoortoepassingen. Dit is veel meer dan wat men bij Microsoft krijgt, dat hoofdzakelijk een browser een e-mailprogramma en 5 actuele kantoortoepassingen biedt.
Met Debian Edu is het ook relatief gemakkelijk om menu's aan te passen aan de verschillende onderwijsniveaus, zodat het aantal onderwijsprogramma's beperkt gehouden kan worden. Dit is vooral zo, omdat sommige toepassingen behandeld worden in het 4de-5de leerjaar, terwijl andere eerder populair zijn in de eerste leerjaren, maar te gemakkelijk worden wanneer de leerlingen ouder worden en al meer geleerd hebben. Daarenboven neemt het aantal onderwijsgerichte toepassingen op het internet toe. Dit is software die op elk platform werkt. Men kan deze programma's dan thuis op een Apple- of een Windowscomputer uitvoeren en op school met Debian Edu. Leerlingen kunnen hier perfect mee om.
Op de markt zijn verschillende digitale leerplatformen te vinden. Sommige kosten geld, andere zijn gratis. Zij bieden alle aan leerkrachten en leerlingen een ruimte waarin ze documenten kunnen opslaan en deze kunnen delen, en de mogelijkheid om informatie te verzenden en te ontvangen.
Product |
Prijsvoorbeeld: | |
Digitaal leerplatform |
It`s learning |
330,- euro per school per jaar |
Schoolnetwerk |
Gratis |
Ongeacht de bandbreedte kunnen de volgende functies gecentraliseerd worden:
Configuratiebeheer, d.w.z. overzicht en controle behouden over de configuratie van machines, netwerken, toepassingen en diensten
Programmabeheer, d.w.z. overzicht en controle behouden over de toegang tot en het gebruik en de prestaties van toepassingen en diensten
Updates en patches
Gebruikersbeheer, bij voorkeur met een gebruikersbeheersysteem dat compatibel is met FEIDE (BAS)
Licentiebeheer
Controle en meting
Checklist voor diensten die gecentraliseerd of gerepliceerd kunnen worden. Reservekopieën kunnen bijvoorbeeld gecentraliseerd worden. Hetzelfde geldt voor de databank van gebruikers via een centrale directoryserver (LDAP) met replicatie naar elke school.
Diensten |
Beschrijving |
Lokaal |
Centraal |
Apache |
Webserver waardoor elke gebruiker de mogelijkheid heeft een website te creëren | ||
CUPS |
Printserver. De bedoeling is dat hij ook printquota's beheert | ||
DHCP |
Automatische verbinding van computers met het netwerk | ||
DNS |
Naamserver | ||
LDAP |
Directoryserver met gebruikersgegevens voor inloggen, delen van bestanden en gebruikersgroepen | ||
LTSP |
Thin-clientserver | ||
NFS |
Netwerkbestandssysteem | ||
NTP |
Tijdserver zodat alle machines de correcte tijd hanteren | ||
SMTP/IMAP over SSL |
Lokale e-maildienst tussen iedereen op school | ||
SSH |
Extern beheer over een versleutelde verbinding | ||
Squid |
Cache voor websites (om te besparen op bandbreedte) | ||
Webmin |
Systeembeheer via de webbrowser | ||
Gebruikersbeheer |
Vereenvoudigd gebruikersbeheer | ||
Backup |
Reservekopieën (moet op een aparte machine gedaan worden) | ||
SMB |
Samba voor het aansluiten van Windows-computers | ||
cfengine |
Automatisch beheer van de systeeminstellingen | ||
Toezicht op computers en diensten |
Opvolgen van de gezondheid van de servermachine | ||
Appletalk |
Aansluiten van Macs | ||
SQL-server |
Geleverd (niet geconfigureerd) |
Voor het dagelijkse beheer van zijn computerbestand beschikt elke school over een ICT-contactpersoon. ICT-contactpersonen beschikken per week over 2 tot 4 uur voor deze taak. Daarnaast beschikt de gemeente over een halftijdse instructeur die onder meer actief is op het gebied van competentieontwikkeling en het uitvoeren van interventies. Het beheer van het Linux-netwerk zal tijdens het schooljaar 2005-2006 gradueel overgedragen worden aan de ICT-dienst van de gemeente.
Ten behoeve van Debian Edu maakte het bedrijvenpark Kapp næringshage een berekeningsprogramma dat een schatting maakt van de besteding van middelen voor ICT in scholen. Momenteel houden wij het schoolnetwerk met meer dan 3.000 gebruikers operationeel met 2,1 fte's (De ICT-contactpersonen op de scholen besteden samen 1,6 fte's aan hun werk, en er is een 0,5 fte op de gemeente). Bij het berekenen van onze behoefte aan middelen voor de werking, komt Kapp næringshage uit op een schatting van 4,6 fte's om te voldoen aan onze huidige noden. Dit toont aan dat de school met weinig middelen veel gepresteerd heeft.
Extra middelen moeten in de eerst plaats naar de scholen gaan, aangezien de ICT-contactpersonen op school meer werk zullen krijgen wanneer het aantal PC's toeneemt. Een toegenomen aantal PC's betekent ook een toegenomen gebruik ervan en een verhoogde behoefte aan ondersteuning inzake het gebruik van ICT-hulpmiddelen voor educatieve doeleinden.
De functioneringskosten zullen sneller toenemen dan de toename van het aantal gelijktijdige gebruikers, maar louter het onderhoud van de machines zelf zal ongeveer lineair groeien met het aantal machines. We wensen meer te focussen op het educatieve gebruik van de uitrusting en willen dat het grootste deel van de toegenomen middelen gaat naar het gebruik van ICT-hulpmiddelen in de leervakken.
Ook bij de gemeentelijke ICT-dienst zal in zekere mate de behoefte groeien aan extra middelen, maar omwille van het schaalvoordeel, zal de toename hier eerder klein zijn.
Momenteel valt het moeilijk voor scholen om uren vrij te maken voor de ICT-contactpersonen. Niet enkel moet voor de financiering van deze uren geput worden uit de reeds krappe schoolfinanciën, maar scholen hebben ook te weinig leiding gekregen over wat en hoeveel ICT-contactpersonen op school moeten presteren.
De taken van de ICT-contactpersoon op iedere school:
Toezicht houden op de serverkamer van de school.
Optreden als contactpersoon voor de school op de gemeente - fouten en storingen rapporteren.
Eenvoudige onderhoudstaken uitvoeren, zoals het vervangen van een muis of een toetsenbord, het opwaarderen van thin-clients en eenvoudige herstellingen uitvoeren.
Fungeren als de supergebruiker van de school - in staat om collega's raad te geven over: gebruikersinterfaces, e-mail, videoprojectoren en relevante toepassingen.
Deelnemen aan ICT-vergaderingen.
Aanmaken en beheren van lokale gebruikers.
Het eenvoudige onderhoud van printers verzekeren.
Aanmaken en beheren van e-mailaccounts.
Het gebruik van ICT in de lespraktijk bevorderen.
Eenvoudige commando's en interventies uitvoeren onder toezicht van een ICT-instructeur.
Op basis van ervaring gaan we ervan uit dat deze taken minimaal 4 uur per week vergen in een school met 50 thin-clients of schijfloze clients. Indien de school over minder machines beschikt, reduceert dit enigszins het aantal uren. Indien er meer machines zijn, bijvoorbeeld 150, dan is voor de lokale ICT-contactpersoon op iedere school ongeveer een 30% functie nodig om het technische onderhoud goed te kunnen doen.
Indien de school niet in een voldoende aantal uren kan voorzien voor de ICT-contactpersoon, moeten taken uit de bovenstaande taakomschrijving weggelaten worden, en het omgekeerde is waar indien de school in meer uren kan voorzien.
Bij extra taken, zoals bijvoorbeeld het onderhouden van een website, fungeren als instructeur (bovenop de gewone collegiale ondersteuning) moet men individuele afspraken maken inzake compensatie/tijdsbesteding.
De ICT-supervisor beveelt volgende taken aan op het vlak van ICT en de supervisie van ICT-diensten.
Werkzaamheden:
ICT-contactpersonen ondersteunen via telefoon en e-mail.
Een bezoek brengen aan de school om defecten en fouten bij computers, printers en servers op te lossen.
Gegroepeerde aankopen doen van computermateriaal en gezamenlijke overeenkomsten onderschrijven, enz.
Reservekopieën maken.
Permanente bijwerking van de software op de schoolservers.
Aankopen van uitrusting en software via openbare aanbestedingen.
Vaardigheden:
Ontwikkelen van het competentieplan.
De scholen cursussen aanbieden over het onderwijskundig gebruik van ICT.
De wijze van werken.
Trainen van de ICT-contactpersonen op de scholen.
Opleiding verzorgen voor leerkrachten over de gebruikersinterface en de standaardprogramma's.
Hoeveel centrale werkingsmiddelen vereist zullen zijn, is afhankelijk van het type clientcomputer waarvoor u gekozen heeft. Het onderhoud van werkstations is bijna tweemaal zo duur als dat van schijfloze clients.
De definitie van functioneringskosten:
Alle activiteiten en initiatieven die nodig zijn om het gewenste gebruik van de ICT-infrastructuur te verzekeren en/of op peil te houden.
We hebben een realistische operationele omgeving geschetst, rekening houdend met een gemiddeld dienstenniveau en een proactieve aanpak. We gebruikten het Noorse "Programma voor digitale competentie" als basis voor onze inschatting.
Een proactieve aanpak heeft tot doel problemen te ontdekken en te repareren voor de gebruikers er last van ondervinden. Een voorbeeld van een proactieve aanpak is eens per week de laptops updaten met nieuwe schijfimages. Als de leerkrachten de ochtend nadien inloggen, zullen alle machines terug ingesteld zijn volgens de voorkeuren van de school.
De interventiedienst krijgt meldingen over defecten in het systeem vooraleer het voor de gebruikers fout gaat lopen. Defecten worden hersteld en bugs worden gerepareerd vooraleer de gebruikers iets merken. Een voorbeeld van een systeem dat meldingen geeft die voor een proactieve aanpak gebruikt worden, is een monitoring van de opslag op schijf. Dit kan melden dat een harde schijf defect is of dat de opslagruimte van de schijf vol is. De interventiedienst kan ook geïnformeerd worden over de beschikbaarheid van het computernetwerk of over het feit dat nog processen beëindigd moeten worden nadat een gebruiker zich afgemeld heeft.
Voordeel: men bereikt een zeer hoge stabiliteit van het systeem op voorwaarde dat men beschikt over de juiste hulpmiddelen en de gepaste vaardigheden. Het wordt makkelijker om verschillende types computers te onderhouden, aangezien men weet of ze werken of falen en aangezien men defecte uitrusting kan vervangen. Nadeel 1: vereist grotere technische expertise. Hogere kostprijs voor het opzetten en laten functioneren van de interventiedienst. Nadeel 2: Een proactieve aanpak is duurder dan een reactieve werking als men de uren dat uitrusting buiten dienst is niet in rekening brengt. Waarop u focust hangt af van wat de gevolgen zijn van het buiten werking zijn van het systeem. Het is moeilijk in rekening te brengen wat de verliezen zijn voor het onderricht als ICT-hulpmiddelen niet functioneren. Als het voor de leerkrachten en de leerlingen belangrijk is dat de onbeschikbaarheid van deze hulpmiddelen binnen de perken gehouden wordt, dient men te investeren in een hoge mate van beschikbaarheid.
Wanneer we in de scholen het machinepark uitbreiden, zal dit een impact hebben op de functioneringskosten van de ICT-contactpersonen en van de gemeentelijke ICT-dienst die ten dienste staat van de scholen.
Om de behoefte te kunnen kwantificeren, hebben we een schatting gemaakt van de verhoogde middelenvereisten voor enkele van onze investeringsopties:
Investeringen |
Servers |
Het aantal clients/laptops |
Gebruikers: |
Vooropgestelde middelenbehoeften in 2008 |
Huidige reële middelen: |
Huidige behoeften voor 2005: |
11 |
506 |
Meer dan 3000 |
4,6 fte's (manjaar) |
2,1 fte's |
Leerlingen in 2008 |
29 |
1033 |
Meer dan 3000 |
6,9 fte's |
Mogelijkheid 1 |
280 |
266 |
4,3 fte's | |
Alternatief 2 (laptop) |
266 |
266 |
5,9 fte's* |
) Extra fte's voor het onderhoud van 266 laptops
Kostprijs van het beheer van al de computers voor de leerlingen en de leerkrachten. We gaan uit van alternatief 1 met thin-clients voor leerlingen en leerkrachten en enkele laptops.
Jaar |
Aantal PC's |
Centrale operator |
ICT-begeleider voor de hele gemeente |
ICT-contactpersoon in elke school (gemiddelde) |
Totaal |
2005 |
506 |
1/2 fte |
1/2 fte |
8,5 % fte (3,5 uur per week) |
2,1 fte's |
2005 |
Personeelskosten voor de operationele werking* |
98 091,- euro | |||
2008 |
1333 |
1 personeelslid |
1/2 fte |
100 % fte (26 uur per week) |
11,5 fte |
2008 |
Personeelskosten voor de operationele werking* |
540 000,- euro |
) 27,- euro per leerkracht-uur, 1730 uur per jaar. De ICT-contactpersoon op iedere school besteedt 75% van zijn tijd aan pedagogische ondersteuning.
Alternatief 2 met een laptop voor elke leerkracht:
Jaar |
Aantal PC's |
Centrale operator |
ICT-begeleider voor de hele gemeente |
ICT-contactpersoon in elke school (gemiddelde) |
Totaal |
2008 |
1333 |
1 + 4/5 fte* |
1/2 fte |
100 % fte (26 uur per week) |
12,8 fte's |
2008 |
Personeelskosten voor de operationele werking* |
600 000,- euro |
) Een extra personeelslid voor het onderhoud van de laptops.
Volgens in Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk uitgevoerd onderzoek bedraagt de kost voor het trainen van leerlingen en leerkrachten ruwweg evenveel voor Windows en Linux. Dit heeft te maken met het feit dat de training zich richt op het gebruik van toepassingsprogramma's voor het dagelijks leven op school.
Op een school met 300 leerlingen en leerkrachten moeten normaliter slechts één of twee personen getraind worden voor het beheren van de computersystemen. Het betreft dan een ICT-contactpersoon op de school en een medewerker van de gemeente.
We hebben extra trainingskosten voorzien voor Linux. Wanneer alle leerkrachten gedurende een dag een kennismaking krijgen met de Linux-desktopomgeving, verloopt de overgang naar het nieuwd systeem makkelijker voor diegenen die denken dat ze enkel met Windows overweg kunnen. De kostprijs van een digitaal schoolbord, zoals we dat bij het kostenoverzicht voor de gemeenten meegerekend hebben, is in deze studie niet inbegrepen.
Om het objectief van één computer per drie leerlingen en één pc per leerkracht te halen, wordt optie 1 aanbevolen. Deze optie vereist 800 extra computers, vergeleken met het huidige arsenaal van 506 client-computers. In totaal zullen we dan beschikken over iets meer dan 1300 client-computers met de hoofdklemtoon op thin-clients en schijfloze clients. Er zullen ook een aantal draagbare computers zijn om een grotere flexibiliteit te kunnen bieden in het dagelijks leven op school.
Alternatieven |
Kostprijs over 3 jaar |
Optie 1: Gebruiksklaar maken van 800 client-computers |
732 200,- euro |
Optie 2: Draagbare computer voor elke leerkracht + optie 1. |
1 200 000,- euro |
Functioneringskosten:
Alternatieven |
Jaarlijkse kostprijs |
Alternatief 0. Beheer van 506 client-machines |
100 000,- euro |
Optie 1. Aangroei met ongeveer 800 pc's tot 1300 pc's |
540 000,- euro |
Optie 2. Een draagbare computer voor elke leerkracht* |
600 000,- euro |
Optie 3. Inrichten van een ruimte voor de draagbare computers* |
800 000,- |
De aanzienlijke toename inzake functioneringskosten van de huidige optie 0 naar optie 1 is te wijten aan de investering in ICT-contactpersonen op de scholen. Daar ziet men een toename van een 10% functie naar een voltijdse 100% fte-functie. De onderhoudswerkzaamheden die momenteel uitgevoerd worden door ICT-contactpersonen bedragen ongeveer 10% fte. Dit zal wellicht toenemen tot 20% bij een verdubbeling van het aantal client-machines. Bij het optrekken naar een voltijdse functie, zal 80% van de tijd worden besteed aan het ondersteunen van het educatief gebruik van ICT-hulpmiddelen in de leervakken op school. Dit houdt in dat de schoolhoofden daarvoor middelen moeten voorzien, zodat men beantwoordt aan de vereisten van het nationale curriculum uit 2006.
Alternatief 1:
Aard van de kosten |
Bedrag |
Hieronder valt het beheer van 1300 client-computers: |
200 000,- euro |
Jaarlijkse investering gedurende drie jaar: |
244 066,7- |
Ondersteuning voor het educatief gebruik van ICT-hulpmiddelen: |
340 000,- euro |
Jaarlijkse kostprijs voor optie 1 inclusief investeringen en werking: |
784 100,- euro |